vrijdag 29 maart 2013

Karel van het Reve


Marius wil niet in Joegoslavië wonen, "Margarine" (5 en laatste)

Wat te denken van de pers? Ik weet niet hoe De Waarheid en De Telegraaf gereageerd hebben. De 'nette' kranten bedienden de Unilever met een serviliteit die walgingwekkend was. Toen de overheid, in overleg met de Unilever, telkens vorige verklaringen herriep, het tenslotte zelfs waagde haar eigen communiqué's uit te geven en een zekere onrust bij het publiek verwekte, durfde men hier en daar voorzichtig over 'vreemd', 'verbazingwekkend' te spreken en de gewaagde stelling te poneren dat de laatste Unilever-proclamaties 'niet alle vragen' beantwoordden. Het Parool sloeg zich op de borst omdat de redactie van dit blad op 23 augustus niet in was gegaan op het verzoek van de Unilever de affaire te verzwijgen. Waar men al niet trots op kan zijn! De NRC publiceerde een uitvoerig artikel over wat emulgatoren eigenlijk zijn, terwijl de lezers willen weten wie de leden van de Raad van Beheer van de Unilever eigenlijk zijn: namen, adressen, en hoeveel veroordelingen ze achter de rug hebben.
[...] alle weken, gedurende welke het bekend was dat er met de margarine van de Unilever iets mis was, tot en met de dag dat bekend werd dat behalve de twee soorten Planta ook een aantal andere merken niet pluis was, heb ik in de twee Nederlandse dagbladen die ik ontvang - Het Parool en Het Vrije Volk - vergeefs gezocht naar een lijstje van firma's en merken die niets met de Unilever te maken hebben en waarvan bekend is dat zij bestaan. Pas toen het verkoopverbod werd uitgevaardigd durfden deze beide dagbladen een - toen niet meer nodige - lijst van Unilevermerken [te] publiceren. Zij deden dit in de op één na kleinste letter die hun daartoe ter beschikking stond: één corps groter dan de scheepvaartberichten. Een eenvoudig stukje zeer nuttige informatie, die wie weet hoeveel ziektegevallen had kunnen voorkomen, werd de Nederlandse huisvrouwen onthouden. Hadden we hier te maken met regelrechte omkoperij, of met druk op de advertentieafdeling, dan zou men er desnoods vrede mee kunnen hebben. Maar men krijgt de indruk dat hier sprake is van gewone lafheid.