zondag 10 mei 2015

De omgevallen boekenkast




Zie de eerste aflevering hier (alle links hier in een nieuw venster)


Scheppen


Arragon: "Fantasie is de kunst van het combineren van herinneringen." Herinneringen zitten in de hersenen aan dezelfde kant als gevoel, maar het combineren gebeurt -lijkt me- in de rationele kant; per slot van rekening schatten we met ons gevoel, en we rekenen (optellen, in dit geval) met de ratio.

De Wispelaere: "[Proust heeft laten zien dat] je de ware betekenis van je leven slechts kunt vatten door het prijs te geven, en het om te zetten in kunst.". NB Met "leven" verwijst hij naar de herinneringen. Direct daarna citeert hij Renard: "Ik heb alleen nog maar een op het verleden gerichte fantasie. Ik bedenk slechts het verleden." Dat doet denken aan een uitspraak van Maurois: "Cultuur is wat overblijft, als men alles heeft vergeten wat men heeft geleerd.”

Wagenaar zegt dat muziek beluisteren een vorm is van selectief onthouden en "intelligent vergeten". Hij noemt datgene wat onthouden wordt kennis, geheugen dus. Je zou zo kunnen zeggen dat dat selectief vergeten door het gevoel gestuurd wordt.

Sjostakowitsch had een metaalsplinter in zijn "dominante" hersenhelft, die hij iets druk op de hersenen kon laten uitoefenen door zijn hoofd in een bepaalde positie te houden. En dan hoorde hij nieuwe melodieën! Dus het scheppende deel zit in de hersenhelft waar de ratio zit??

De linkerhand wordt aangestuurd door de rechter hersenhelft en omgekeerd. Informatie van het linkeroog en het linker oor gaat naar de rechter hersenhelft en omgekeerd. Althans: voornamelijk. Een neuroloog vroeg mij waarmee ik gooi. Links. Met welke hand ik mijn achterste afveeg. Rechts. "U bent ambidexter" (niet links- of rechtshandig), wat inderdaad zo bleek te zijn. Misschien, zo vroeg ik mij toen af, doe ik dingen "vanuit mij naar anderen" links, en "naar mij toe, voor mijzelf" rechts. Schrijven doe ik rechts, maar dat moest. Ik wilde links schrijven. En: mijn achterste veeg ik met rechts af; dat van een kind met links! En schilderen? Dat doe ik met rechts. Natuurlijk. Zie de citaten van Kopland in “Nieuw!”; ze komen er allemaal in feite op neer dat een kunstenaar werkt voor zichzelf. Maar mijn ratio zit links; ik schilder dus met de hand die wordt aangestuurd door mijn ratio. Niet door mijn gevoel?

Hoe “brengen we onze gevoelens onder woorden”? Door die gevoelens (rechter hersenhelft) te laten bewerken, verwoorden, door het spraakcentrum (linker hersenhelft). Een wisselwerking tussen rechts en links. Zo schilderen ik en zo werkt het ook bij Sjostakowitsch. Hij hoorde “nieuwe” melodieën, nieuw omdat die melodieën in zijn geheugen (rechts) nog niet bekend waren. Maar drukken kunstenaars dan dus gevoelens uit?

Als kunstenaars gevoelens uitdrukken dan zou dat betekenen dat ik gevoelens uitdruk als ik een poppetje teken terwijl de buurman als hij een poppetje tekent, alleen maar een poppetje tekent. Dat lijkt op wat Karel van het Reve zegt over het verschil tussen “goede” en “slechte” kunst. Hij schrijft dat als je daartussen differentieert dat hetzelfde is als zeggen dat een stoommachine werkt volgens de wetten van de fysica maar een ordinaire fluitketel niet. De oplossing is simpel. Zowel mijn buurman als ikzelf kunnen poppetjes tekenen en zowel mijn buurman als ik kunnen poppetjes tekenen met de bedoeling iets moois te maken. We kunnen alle twee een creatieve bui hebben en zo alle twee een conflict tussen de linker en rechter hersenhelft proberen te materialiseren. Maar als ik kunstenaar ben dan vinden de mensen mijn poppetjes mooi omdat ik dat conflict wel, en mijn buurman het niet voor anderen zichtbaar weet te maken. Ongeveer zoals de mensen liever timmerwerk van mijn buurman zien dan van mij, omdat ik niet kan timmeren.




Volgende aflevering zie hier