zaterdag 13 augustus 2016

Madame




Hotel du Lion


"Is dat nou allemaal echt gebeurd wat u allemaal schrijft? Dat vragen ze me dikwijls. Ja, dat is allemaal echt gebeurd. Zo ben ik bijvoorbeeld ooit in een waterput gevallen, waarover een andere keer. Vandaag waar ik in een grafkelder kwam te vallen. Die van de Cartiers, van de horloges.

Ik kom aan op het station van Preuilly sur Claise, een mooi stadje aan een rivier. Achter het stadje een heuvel en daarop een hotelletje waar ze een kok zochten die de boel kon reorganiseren. Het was een kasteeltje. Middeleeuwse toren, 19e eeuwse aanbouw. Helder witte ruïne van een Romaanse kerk ernaast ("Als we stenen nodig hebben dan slaan we hard de deur dicht"). Mooi. Ik klim die heuvel op, tussen machtige bomen door. Mooie tuin, romeins gedacht zwembad met zo´n trap en van die beelden. Waar ik madame vinden kon. Madame was in de keuken. Ik loop de keuken in en zie het volgende. Op de eerste plaats een onbeschrijfelijk vieze bende. Stapels pannen met groenige schuimende prut erin. Voor alle duidelijkheid: geen water met afwasmiddel maar rottende gistende troep. Midden in die keuken madame. Een zwarte vettige soepjurk tot op haar voeten, lange grijze klittende vettige haarslierten. Madame danste. Met haar armen ten hemel gestrekt danste ze op de maat van een of ander stuk Wagner. Tussen stapels vuil beddengoed waarop een stuk of 15 vuile katten lagen. De dochter van madame komt de keuken binnen. "Mama, heb je nou al weer gedronken..." Madame, met dikke tong en op verongelijkte toon: "Ik mag toch wel een Pernod´tje drinken..."

Het was zaterdag, en vóór maandag zouden er geen gasten komen. Om een uur of acht ´s avonds lagen die lakens er dus nog. De katten lagen er niet meer want madame had een braadslee met sardientjes op de grond gezet voor die katten. Weer komt haar dochter de keuken binnen. Er bleek plotseling een echtpaar gearriveerd. En of die konden eten. Madame plukte wat lakens van de vloer en duwde die haar dochter in de handen. "Doe jij maar de bedden dan zal ik wat koken" probeerde ze te zeggen. Daarna trok ze die sardientjes van onder die katten uit, viste er de minst aangevroten exemplaren uit en ging die wankelend staan bakken. Ik keek verbaasd. maar ja, "Die mensen willen eten toch? Toch?!"

Toen ik maandagavond voor het eerst kookte hielp ze me nog mee. Ze maakte de "verse fruitsalade". Blikfruit met wat stukjes appel erdoor. Daarna vulde ze flessen van lokale wijn met gemeen bocht uit de supermarkt. "Wijn afkomstig uit diverse landen van de Europese Gemeenschap" vermeldde het etiket. Madame zou bedienen. Vlak daarvoor liep ze, nog steeds in diezelfde soepjurk, voor het oog van de verbaasde gasten op het terras langzaam het zwembad in. Toen ze tot aan haar nek in het water stond bleef ze even stilstaan (haar haren dreven op het water en rond die haren begon zich een olie-achtige vlek af te tekenen), draaide zich daarna om en liep het zwembad langzaam weer uit. Ze begon direct met bedienen, een waterspoor achterlatend waar ze gelopen had. Aan een tafeltje hoorde ik haar zeggen "Ja, want zo blijf je langer fris! Niet?!"




Dinsdagochtend kwamen de eerste gasten naar beneden. Dat ze vlooien op de kamer hadden. U moet weten dat die katten van kanteel tot kanteel springend alle kamers konden bereiken, waarvan de ramen wegens de warmte open stonden. Vlooien? Nou, dat had ze nog nooit gehoord. Echtpaar naar de ontbijtzaal. Volgende echtpaar naar beneden. Dat ze vlooien hadden. Vlooien? Nou, dat was de eerste keer. Weet u zeker dat u die niet al had toen u aankwam? En zo nog vier keer.

Toen ze allemaal weg waren, ze gingen in de buurt gezamenlijk fietsen, moest madame een nieuw kamermeisje inwerken. De lakens, zo vertelde ze, waren er in zes kleuren; voor elke kamer een kleur. "En dan dek je dus het bed van kamer twee met de lakens van kamer een, kamer drie met die van kamer twee enzovoorts. Ja, want dan denken ze dat ze schone lakens hebben, snap je? Ik heb maar zes paar."

Château Du Lion in Preuilly sur Claise. Departement Indre-et-Loire. Mochten madame en dat kasteel nog bestaan en u er zonodig heen moeten, vergeet dan niet om vlooienpoeder mee te nemen. En niet in die grafkelder van de Cartiers vallen want de ingang is overwoekerd. En loop om een uur of zes ´s morgens eens de tuin in. Dan zit madame daar naakt in een ligbad, gevuld met een slang uit de keuken. "Omdat het uitzicht zo mooi is".